Het genezen van een wond bestaat uit verschillende fases. De eerste twee fases zullen vrij snel zichtbaar zijn. De eerste fase begint eigenlijk meteen zodra de wond wordt gemaakt. Het bloed begint namelijk meteen te stollen en zorgt voor een tijdelijke afsluiting van de wond. Dit kun je ook bevorderen door bijvoorbeeld direct alginaten te gebruiken. Fase nummer twee kan je herkennen aan een rode huid en wondvocht. Dit vang je op met verbanden en gaas. Het blijft belangrijk om de wond zo schoon mogelijk te houden en verbanden en pleisters zo vaak mogelijk te verschonen. Het risico op infectie is nu dan ook het grootst.
Volgende fases
In fase nummer drie wordt hard gewerkt om nieuwe cellen te maken, en zo dus de wond eigenlijk te dichten. In fase vier zullen de nieuwe huid en de bijbehorende nieuwe bloedvaten verder werken aan het helen van de wond van binnenuit. Tijdens deze fases is het nog steeds belangrijk om de verbanden regelmatig te verwisselen en de nieuwe huid verder met rust te laten.
De allerlaatste fase is nummer vijf. Hier ontstaat het litteken. Als het goed is, is de wond compleet gedicht er komt er geen vocht meer uit. Risico op infectie is er dan ook niet meer. Met goede verzorging kan je het litteken zo onzichtbaar mogelijk proberen te krijgen.